7 vragen aan een voormalig kraamverzorgster. Welk advies heeft zij voor aanstaande ouders?

Vraag 1: Je hebt een tijd als kraamverzorgster gewerkt, in welke periode was dat?

Nita: Van 1999 tot 2005. Ik was eerst apothekers assistente. Ik heb eerst nog de opleiding gedaan om me om te scholen. Ik werkte voornamelijk bij gezinnen thuis maar heb ook nog een jaar in het ziekenhuis gewerkt.

Vraag 2: En in welke regio werkte je toen zoal?

Nita: Zaanstreek-Waterland en later ook IJmond. Maar ik werd ook weleens uitgeleend aan Den Helder of zelfs Utrecht (bij Maarssen) toen ze daar dringend iemand nodig hadden.

Vraag 3: Was is je uit die periode in je werk het meest opgevallen?

Nita: Wat me het meest is opgevallen was dat je nodig bent. De mensen waren altijd heel blij dat ik er was. In het begin was het doodeng om aan te bellen, maar na een paar gezinnen regelde zich het heel snel en wist ik goed wat ik moest doen. Je raakt steeds sneller thuis in een andermans huishouden.

Het is soms wel ingewikkelder binnenkomen tijdens een bevalling. Dan moet je veel zelf uitzoeken en ook aftasten wat er van je wordt verwacht. Wat moet er bijvoorbeeld nog allemaal worden klaargezet voor de bevalling en waar kun je de spullen vinden?

Als je bij een kraambed in een gezin komt, ga je eerst zitten  en een praatje maken en dan werd je meer geïntroduceerd in hoe alles gaat.

Vraag 4: Heb je veel bevallingen meegemaakt?

Nita: Ik heb ongeveer 150 gezinnen begeleid en iets van 50-60 bevallingen gedaan. Als je dan de bevalling begeleidde deed je aansluitend het kraambed.

Carina: En was je er dan bij een bevalling altijd al vroeg bij of kwam je ook wel eens te laat?

Nita: Ik werd er meestal wel op tijd bij geroepen en was er dan zo’n 2-3 uur bij. Vaak was de verloskundige er dan ook al, maar soms niet. Zelf heb ik niet de ervaring dat ik bij de bevalling veel heb kunnen helpen ondersteunen. Dat deed de verloskundige meer. Soms kwam ik ook pas op het laatste moment. Op het laatst ben ik ook een keer te laat gekomen, maar toen was iedereen te laat, ook de verloskundige, en was de baby al geboren. Maar dat komt gelukkig niet zo vaak voor!

Vraag 5: Wat is naar jouw idee hetgeen een vrouw in de bevalling het hardst nodig heeft?

Nita: Begrip! Wat je vooral doet is bemoedigen. Ook in het kraambed probeer ik vrouwen vooral hun eigen verhaal te laten vertellen. Ik heb heel veel geluisterd, vooral ook als de bevalling niet helemaal voorspoedig was gegaan, soms zelfs traumatisch was geweest. Begrip tonen geeft vaak vertrouwen en dat geeft ook rust in het gezin.

Ik wil graag het vertrouwen geven en geef ook vaak veel tips. Je bent veel aan het observeren van de relatie moeder-kind-vader. En je laat ze hun verhaal ook meerdere malen vertellen zodat ze hun emoties beter kunnen verwerken. Ook begrip voor de partner, dat zij ook hun verhaal kwijt kunnen. Dus veel luisteren.

Verder bestaan de taken in het gezin voornamelijk uit zorg verlenen, controles doen, observaties en huishoudelijk vooral voor het eten zorgen (koken en vooral in de begintijd nog boodschappen doen) en soms kinderen naar school brengen en ophalen.

Vraag 6: Merk je verschil in omgaan met de bevalling, de weeën en pijn, tussen je beginperiode en aan het eind? Is er veel veranderd in bevallend Nederland?

Nita: In die 5 jaar dat ik gewerkt heb niet echt. Later ben ik nog weer even terug geweest in de kraamzorg, maar toen deed ik geen bevallingen meer.

Vraag 7: Welk advies zou je aanstaande ouders mee willen geven?

Nita: Rust, reinheid, regelmaat! En lage verwachtingen. Houdt rekening met slaap tekort. Iedereen is vaak wel goed op de bevalling voorbereid, maar niet op de periode daarna. Dan is alles nieuw en onwennig. Er wordt vaak onderschat hoe intens een kraamperiode kan zijn.